Er waren verkiezingen, het klimaat verandert; zorg, onderwijs en OV zijn noodlijdend. Op Social media, in de krant, op TV... overal meningen, betweters, onbenullen; iedereen probeert de situatie te duiden. Men bestrijdt elkaar in aannames, interpretaties, waarheden en andere waarheden. In coronatijd werd ik daar helemaal raar van. Ik wilde het gesprek, een open uitwisseling van gedachten, maar dat was op een goed moment een kwestie van op eieren lopen. Nu zie ik over klimaat hetzelfde gebeuren. Je bent óf voor óf tegen en dat snap ik niet. We duwen elkaar in een hokje en de muren eromheen groeien vanzelf. Ik zie het leven als een leerschool, waar het juist heel leerzaam is om te onderzoeken wat je niet kent en niet begrijpt, door vragen te stellen en te experimenteren. Daarvoor is ruimte nodig, in plaats van een 'hok'. Dit hoeft niet perse fysieke ruimte te zijn, juist mentale ruimte is in mijn ogen een levensbehoefte. In coronatijd raakte ik bijna 'gevangen' in het bestrijden van de kokervisie op de ziekte en de daaruit voortvloeiende maatregelen. Een strijd waar ik mensen zag radicaliseren. Over de klimaatdiscussie zou ik me ook op kunnen winden, maar gelukkig heb ik mijn tuin. De ontwikkeling van mijn levenstuin is mijn redding. Het waait, of regent en af en toe schijnt de zon. Af en toe komt er iemand nieuwsgierig kijken en hebben we een gesprek. Over het leven en dat wat er gezaaid wordt, lammetjes en andere dingen. We delen ervaringen en lessen. Schommelen. Het enthousiasme werkt aanstekelijk. Strijd? Nee, andere focus.